Zwijn

“Mevrouw ik heb voor alle leerkrachten een dierennaam verzonnen en u bent een zwijn.” Hij glimlacht en heeft iets gemoedelijks over zich terwijl hij naast me staat. Met zijn kleine donkerbruine ogen bestudeert hij mijn gezicht, op zoek naar een reactie.

“Een zwijn, Edward? Hoe kom je daarbij?” “Dat zit zo in mijn hoofd mevrouw. En juf Tine is een lama en meneer Hendrik is een giraf, mevrouw Lena is een vis, meneer Ruud een neushoorn en juf Kelly een koe. En ik ben een varken.”

“Oh is er dan een verschil tussen een zwijn en een varken?” “Ja mevrouw wij lijken toch helemaal niet op elkaar?” Hij legt zijn arm om mijn schouder en trekt een lach van oor tot oor, alsof mijn vraag overbodig is.

Enkele dagen daarvoor zit Edward in mijn les. Ik vraag aan al mijn leerlingen of ze zich goed voelen op de plek waar ze zitten. Op een paar gefronste wenkbrauwen na, bevestigen de meeste leerlingen. Vervolgens vraag ik om een andere stoel te kiezen in het klaslokaal en om te voelen of ze zich daar beter, slechter of hetzelfde voelen. Sandrine reageert: “Mevrouw wij moeten hier toch geen heel schooljaar blijven zitten he?”

Op dat moment stuur ik al mijn leerlingen de gang op. De leerlingen mompelen wat tegen elkaar en kijken me vragend aan. Nadat ik een en ander heb verschoven in mijn klas, laat ik de eerste leerling binnen, de tweede, de derde, … Dan is het de beurt aan Edward. Hij is nerveus en komt de klas al handenwrijvend binnen. Drie medeleerlingen kijken hem aan van op hun stoel die elks op een niet alledaagse plek in de klas verspreid staat. Ik geef hem dezelfde opdracht als zijn voorgangers:”Kies een plekje in onze klas waar jij je goed voelt, waar je echt op je gemak bent en waar jij het gevoel hebt dat je mijn lessen goed zal kunnen volgen, eender waar.” Hij kijkt naar mij en dan naar zijn medeleerlingen. Heel resoluut zet Edward zijn stoel neer met de rug naar het bord, ter hoogte van mijn bureau en vlak naast de deur met zijn gezicht naar de klas. Ik vraag of hij goed zit. Hij antwoordt volmondig “Ja”. Meteen krijgt hij reactie van de anderen: “Hoe ga jij nu zitten? Zo kan je het bord toch niet zien?” Zijn antwoord: “Ik mocht gaan zitten waar ik wou dus dat heb ik ook gedaan.”

Als iedereen zijn plekje heeft gevonden, geef ik hen een blad papier. “Schrijf een keer op wat er in je hoofd zit. Dat kan iets goed zijn of misschien minder goed, het maakt niet uit, waar denk je aan? Als jullie klaar zijn, lezen we de brieven aan elkaar voor. Maar, beloofd, wat hier gezegd wordt, blijft onder ons.”

En plots… begint elke leerling te schrijven. Elke leerling schrijft! Mijn immer rumoerige klas die moeite heeft om zich te concentreren voor een opdracht zwijgt en schrijft. 

Na een half uurtje komen mijn leerlingen één voor één naar voor. Ze lezen zelf wat ze geschreven hebben of laten mij hun brief voorlezen. Woorden over dromen, verlies, trauma’s, angsten, wanhoop, verliefdheid… vullen onze klas. Er komen blije gevoelens aan bod die je kan verwachten bij een extraverte houding, problemen waarvan niemand weet heeft, verdriet en pijn die schuilgaan achter een glimlach, weetjes die ieders verbazing wekken, verhalen die ontroeren. Mijn leerlingen herkennen elkaars gevoelens en gaan in interactie. De sfeer op dit moment, tussen mij en hen maar vooral tussen hen onderling is bijna magisch. Zelfs Edward die verbaal niet sterk is, stottert en gekend staat als “druktemaker” maakt onmiskenbaar deel uit van dit gebeuren en gaat er helemaal in op.

De dag erna nemen dezelfde leerlingen deel aan mijn les. Op het moment dat ze mijn klas binnen gaan, nemen ze spontaan hun stoel en zetten die op dezelfde  plek als die ze de dag ervoor gekozen hadden. Ik geef mijn les over actualiteit en geniet van de volledige aandacht van mijn leerlingen, al merk ik dat Lesley haar kap opzet. Vlak na de pauze vraagt Lesley een blad papier. Ze schrijft een brief. Aan het einde van de les komt ze naast me vooraan in de klas staan en vraagt of ik haar brief wil voorlezen. Ze huilt terwijl ik haar woorden echt maak. Shanty komt naar voor en geeft haar een knuffel.

Op het moment dat Edward me “zwijn” noemde, begreep ik niet waarom. Thuisgekomen heb ik de symbolische betekenis opgezocht. Ik ben heel dankbaar voor de naam die ik gekregen heb:

“Wild zwijn (Sus scrofa):  Symbool voor onverschrokken moed en verbondenheid met de aarde. Het zwijn staat ook symbool voor geluk.”(http://tomwesteneng.nl/zoogdieren.html)

Een gedachte over “Zwijn

Plaats een reactie